Verslaggevingsfraude

De laatste tijd staat fraude in bedrijven en ondernemingen sterk onder de aandacht van de overheid en de publieke opinie. Ondernemingsfraude levert onze samenleving namelijk veel schade op. Als we een serieuze schatting aanhouden, dan zou het alleen al in Nederland gaan om ca. 5% van het bruto binnenlands product. En dus om tientallen miljarden euro’s. 

Natuurlijk kennen we de grote voorbeelden van bedrijfsfraude uit de media. Denk aan Imtech, SBM offshore, Airbus, Albert Heijn, Rabobank, Wirecard, Enron en recentelijk het FTX-schandaal. Of vers van de pers: voetbalclub Anderlecht. Dit zijn onmiskenbaar hele grote incidenten bij grote bedrijven die tot de verbeelding spreken. Ze geven op zijn minst een beeld van mogelijke verschijningsvormen en motieven van verslaggevingsfraude. De schandalen vormen evenwel – gezien de schattingen – slechts het topje van de ijsberg. Er zijn simpelweg vele zaken of incidenten die men nooit ontdekt of die de media niet halen.

de rol van de accountant

De accountant heeft een belangrijke en onafhankelijke rol om een redelijke mate van zekerheid te krijgen over of de jaarrekening vrij is van fraude en fouten. Hoewel de meeste accountants hun werk natuurlijk echt goed willen doen, lijkt het er wel op dat zij te maken hebben met complexe uitdagingen. Bij de meeste incidenten komt namelijk aan het licht dat interne accountants zijn betrokken. Of dat externe accountants de fraude niet hebben ontdekt, terwijl het er dik bovenop lag. 

De meeste grote incidenten laten ook zien dat – ondanks goedkeurende verklaringen – de opgegeven omzet of het vermogen achteraf niet blijkt te bestaan. Of dat kosten of schulden worden verlegd naar dochtermaatschappijen om deze uit beeld te houden. Daartoe worden facturen, bankafschriften of taxaties gefingeerd. Ook worden vage betalingen rondom aanbestedingen niet ontdekt als financiering van corrupte lokale ambtenaren of politici (omkoping). En slechte overnames, mislukte deals of verliesgevende projecten werden verborgen in off shore vennootschappen en waar men niet achter komt. 

Accountants lijken vaak te goeder trouw en zijn soms slim misleid door hun opdrachtgevers. Of in sommige gevallen werden zij gewoon plat omgekocht of anderszins gedwongen. Het lijkt er dan ook op dat de accountant per definitie in een precaire relatie met cliënten werkt. De afhankelijkheidsrelatie is bijzonder groot. Dat vormt op zichzelf een risico voor hun publieke taak. Daarom wil (onder andere) toezichthouder AFM dat accountantsorganisaties hun beheerste en integere bedrijfsvoering op orde brengen om de risico’s te beheersen.

Grote incidenten leiden telkens weer tot grote maatschappelijke verontwaardiging en hiermee komt ook het imago van externe accountants steeds meer onder druk te staan. Ondanks dat fraude al jaren op de agenda staat, vormt bovenstaande misschien toch weer een ‘wake up call’.

Een ontwikkelopdracht

Dat jaarlijks slechts één tot twee zaken door accountants worden gemeld aan de opsporingsinstanties inzake verslaggevingsfraude, lijkt gezien de omvangschattingen niet echt geloofwaardig. Verschillende (recente) evaluaties  en ontwikkelingen hebben er dan ook toe geleid (of leiden ertoe) dat accountants zich meer moeten bekwamen in het (h)erkennen van fraude in de verslaglegging van bedrijven of organisaties. Maar ook dat zij maatregelen moeten treffen om zelf niet betrokken te raken bij fraude. 

Toch vinden wij ook dat de accountant een inhoudelijk perspectief nodig heeft. Want hoewel maatregelen om de integere en beheerste bedrijfsvoering te versterken (en te borgen) belangrijk zijn, helpt volgens ons vooral een stuk bewustwording (street wise) over de aard van verslaggevingsfraude. En (vooral) praktische hulp of handelingsperspectief bij de controle zelf. Anders gezegd; waar heeft de accountant nu eigenlijk precies mee te maken en wat kan hij of zij dan doen om te controlepraktijk te versterken?

Verslaggevingsfraude

De aard van verslaggevingsfraude

Het is de voornaamste en belangrijke rol van de accountant om zich een redelijke mate van zekerheid te verschaffen over dat de financiële overzichten vrij zijn van fraude of fouten. Accountants zijn poortwachters en beschermen de belanghebbenden in het maatschappelijke verkeer die belangrijke beslissingen nemen op basis van de controle-verklaring. 

Hoewel de cliënt betaalt, dienen externe accountants vooral ook het algemene (publieke) belang. Toch doen zij nadrukkelijk geen onderzoek om fraude aan te tonen (hij of zij is immers geen opsporingsambtenaar), maar dienen het wel te controleren om het zoveel als mogelijk uit te sluiten. Dat betekent in feite dat de accountant (bijna) over dezelfde competenties als de opsporingsambtenaar moet beschikken. Immers, om fraude te kunnen uitsluiten, moet je het ook kunnen vinden. Als je het niet kan vinden, kan je ook geen redelijke mate van zekerheid verwerven dat het er niet is. De accountant kan dan eigenlijk niet aan de wettelijke taak voldoen.

Als we bovenstaande in acht nemen, dan betekent dit dat de accountant zich bewust moet zijn van noodzakelijke competenties om fraude en frauderisico’s te onderzoeken. Ook volgens de AFM moet de accountant zich de vraag stellen in hoeverre het audit-team beschikt over voldoende competenties (CEAC). En dus of men competent is om de controle uit te voeren. Het perspectief is dat de accountant competenties toevoegt die ook (steeds meer) in de opsporing aanwezig zijn. Denk een forensisch experts, gedragswetenschappers, IT-specialisten, compliance-professionals, et cetera. Hier kan een accountant veel inspiratie opdoen. 

Risicoprofilering op basis van cliëntkenmerken – en inzichten in (mogelijke) motieven of scenario’s -, kunnen (aanvullend) ook heel goed een richtinggevend perspectief geven voor een effectief (en toch efficiënt) uitgevoerde controle. En die binnen budget blijft. Motieven en drijfveren leiden namelijk tot herkenbare gedragspatronen (risico’s). En in die patronen schuilen bekende fenomenen of scenario’s die samenhangen met fraude. Dat zijn risico-indicatoren. Risico-indicatoren voor verslaggevingsfraude hangen samen met (een combinatie van) motieven om;

  • Continuïteitsproblemen of -risico’s te verhullen

Voorbeelden van gedragspatronen vinden we rond het verhullen van slechte cijfers van entiteiten onder het concern. Bijvoorbeeld: mislukte overnames, ondermaats presterende vennootschappen en slechte projecten of investeringen al dan niet in de vorm van risicovolle leningen. 

Schulden, vorderingen of entiteiten zijn off shore geplaatst, omzet is gefingeerd of ‘geleend’ of slechte onderdelen zijn ‘verkocht’ aan andere entiteiten. En die vaak grote schulden achterlaten en failliet gaan. Ook kun je in verband hiermee valse verkoopfacturen en valse bankoverzichten aantreffen. Of valse (of vervalste) taxaties van onroerend goed of ondernemingen. Maar ook een (veel) te hoge waardering van voorraden om de waarde van het concern voor financiers te vergroten.

  • Continuïteit te bewerkstellingen of te behouden

Voorbeelden vinden we in omkoping om de afzet van producten of diensten te garanderen (corruptie). Ook komen verboden prijsafspraken voor of zien we fraude bij het gebruik van afgekeurde grondstoffen of niet goedgekeurde of slechte deelproducten. Of illegale – en malafide arbeidsconstructies of -contracten. Of we zien een valse administratie in relatie tot afval en milieu. 

Het beeld is telkens hetzelfde; er verschijnen vreemde inkoopfacturen, overeenkomsten en transactiepatronen rondom aanbestedingen, producten, diensten of arbeid. Of we zien opvallende patronen in banktransactieverkeer van en naar opdrachtgevers, leveranciers en onderaannemers. Zo zijn er onder andere (onterecht) meervoudige kosten opgevoerd en/of vage betalingen uit kas gedaan. Soms zelfs zonder factuur of verantwoording. Ook komen valse facturen voor om te verhullen waar grondstoffen of deelproducten vandaan komen. Of zijn subsidies misbruikt. Ook zien we valse (of vervalste) kwitanties met betrekking tot afvalverwerking.

  • Vermogen op ongeoorloofde wijze te onttrekken

De belangrijkste voorbeelden vinden we in constructies om belasting te ontduiken. We zien patronen rond contante betalingen en vreemde verhoudingen tussen inkoop, arbeid en omzet. Of bijvoorbeeld met betrekking tot leningen en vreemde boekingen in kas of op rekening courant. Ook zien we inkoop van goederen of diensten die niet passen bij de bedrijfsvoering van cliënt. 

Vaak is dus sprake van zwarte omzet of zijn privékosten ongegeneerd opgevoerd als zakelijke kosten. Of zien we dat goederen tegen (te) lage prijzen zijn verkocht en (dus) een deel zwart. Er worden goederen om vage of onduidelijke redenen afgeschreven en voorraden kloppen niet. van bepaalde waardevolle spullen zijn er (veel) minder dan er zouden moeten zijn. Ook zien we soms dat crediteuren bewust niet worden betaald, liquide middelen uit de onderneming zijn gehaald en wat kan uitmonden in faillissement (faillissementsfraude).

Bovenstaande opsommingen zijn natuurlijk een niet-limitatieve opsomming (verre van volledig). Voor nu is het vooral bedoeld om een idee te geven wat er allemaal achter verslaggevingsfraude schuil gaat. En dat je er niet te gemakkelijk of oppervlakkig over kunt denken. Vaak zien we overigens combinaties in bovenstaande motieven. In de toekomst verwachten we in dit verband overigens ook meer fraude-incidenten in relatie tot duurzaamheid (en de verslaggeving daarover). Om fraude te kunnen uitsluiten (of vaststellen) is dan ook telkens de context van de cliënt belangrijk. De boodschap is ook hier; als je het echt wilt ontdekken dan vereist dat een bepaalde manier van denken, een zekere doelgerichtheid en specifieke (aanvullende) competenties.

risico gestuurd controleren; een toekomstperspectief

Bovenstaande laat al zien dat fraude en continuïteit op meerdere vlakken met elkaar samenhangen. Fraude kan bedoeld zijn om continuïteitsproblemen te verhullen, continuïteit te bewerkstelligen of het leidt er in extreme gevallen toe dat continuïteitsproblemen ontstaan. Niet alleen doordat men vermogen uit de onderneming oneigenlijk onttrekt, schulden niet meer betaalt en/of faillissement uitlokt. Maar vooral omdat verslaggevingsfraude het vertrouwen in het bestuur en de onderneming ernstig schaadt. Meestal zien we bij een onderneming in zwaar weer meerdere vormen van fraude terug en leiden grove fraudeschandalen tot (nog) grote(re) continuïteitsrisico’s. Een zichzelf versterkende neerwaartse spiraal dus. En dan is het echt alle ‘hands on deck’.

Complexe opdracht met een betekenisvol perspectief
De externe accountants staan dus voor een complexe opdracht. Zij zijn over boekjaar 2022 (voor het eerst) verplicht om te rapporteren over hoe hij of zij fraude- en continuïteitsrisico’s meewegen in de controles. Tegelijkertijd moeten we dus ook realistisch zijn. Een accountant kan niet alles controleren. Dat is gelukkig ook helemaal niet nodig. Een risicoprofiel over de cliënt – geladen met contextuele eigenschappen – geeft doorgaans al voldoende sturingsinformatie om heel gericht de meest voor de hand liggende frauderisico’s te onderzoeken of uit te sluiten.

Dat betekent volgens ons niet dat de accountant een gemiddelde cliënt ineens extra moet belasten. Vooraf kan men vaak al een goed inschatting maken van risico’s in de interne beheersing om te zorgen voor een scherpe controle-afbakening. Of sowieso helpt een risicoafweging op basis van de strategie en de cultuur in de organisatie (waarbij gedragswetenschappen helpen). De gevolgen van specifieke beloningsprikkels, primaire focus op (snelle) omzetgroei en agressieve groeiambities geven namelijk al belangrijke inzichten in de risico’s. Vaak kan men ter ondersteuning van de controle zelf al algoritmen inzetten. Bijvoorbeeld om de administratie en transacties geautomatiseerd te scannen op typische patronen of kenmerken van fraude. Meer kennis leidt tot meer creativiteit. En dat is hard nodig.

Al met al kunnen we er niet meer onderuit dat een efficiënt uitgevoerd onderzoek naar verslaggevingsfraude (of het met een redelijke mate van zekerheid uitsluiten) een stevige kennisbasis vereist. En waarbij de accountant zijn audit-team integraal kan of moet versterken met forensische expertise, kennis over compliance, gedragsdeskundigheid en IT-ondersteuning. 

De onafhankelijke accountant zal zich wellicht steeds meer ontwikkelen als een controle-regisseur die competenties verbindt in zijn audit-team, maar die natuurlijk wel eindverantwoordelijk blijft. Diversiteit en het integrale karakter staat centraal. Een (hoogwaardige) risico gestuurde aanpak biedt daarbij een aanvullende oplossing om efficiënt en doelgericht tewerk te gaan. Dat is – als je het ons vraagt – een betekenisvol toekomstperspectief en (deels) een oplossing voor een probleem dat almaar urgenter wordt: het verlies aan draagvlak voor het financieel en sociaal economisch stelsel.

Als je meer wilt weten over hoe wij accountants ondersteunen in hun controlepraktijk, neem dan vrijblijvend contact op of ga naar onze dienst ‘forensic audit support‘.

Steef de vries